Op 14 januari 2015 stond tijdens het Algemeen Overleg over gezinsmigratie de baanbrekende uitspraak in de zaak Jeunesse tegen Nederland op de agenda. Defence for Children is nauw betrokken geweest bij deze zaak en schreef hierover een brief aan de Tweede Kamer. Tijdens het overleg stelden de Kamerleden verschillende vragen. In zijn reactie gaf de staatssecretaris aan dat er in de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zaken zijn waar serieus aandacht aan besteed zal worden. De Handleiding voor de IND voor zaken rond gezinshereniging wordt openbaar gemaakt. Ook zei de staatssecretaris toe om kinderrechten sterker neer te zetten bij het horen van kinderen. Defence for Children heeft goede verwachtingen van deze toezeggingen van de staatssecretaris.

Jeunesse tegen Nederland in het kort

Mevrouw Jeunesse woont al zestien jaar in Nederland. Ze komt oorspronkelijk op een toeristenvisum naar Nederland en heeft daarna nooit een verblijfsvergunning gehad. In Nederland trouwt ze met een Nederlandse man en krijgt samen met hem drie kinderen, die ook de Nederlandse nationaliteit hebben. In al die tijd heeft mevrouw Jeunesse meerdere keren een verblijfsvergunning aangevraagd en hier procedures over gevoerd. Die aanvragen zijn afgewezen omdat zij geen Machtiging tot Voorlopig Verblijf (het mvv-vereiste) had aangevraagd. Een dergelijk visum zou ze alleen in Suriname kunnen aanvragen. Ze zou dan gescheiden worden van haar Nederlandse gezin of haar gezin zou moeten verhuizen naar Suriname. Gedurende haar verblijf in Nederland is het adres van mevrouw Jeunesse altijd bekend geweest bij de Nederlandse autoriteiten, die haar desondanks nooit hebben uitgezet. Het Hof oordeelt dat Nederland in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft gehandeld. In het eindoordeel in de zaak van mevrouw Jeunesse en haar gezin stelt het Hof dat Nederland weliswaar enige aandacht had voor de kinderen, maar dat dit onvoldoende was. Het ‘belang van het kind’, zoals verwoord in artikel 3 van het VN-Kinderrechtenverdrag is van zeer groot gewicht. Het Hof benadrukt dat de nationale autoriteiten in gezinsmigratiezaken altijd expliciet aandacht moeten besteden aan de uitvoerbaarheid, haalbaarheid en proportionaliteit van een eventuele verhuizing naar een ander land voor de kinderen.

Reactie van Staatssecretaris en Tweede Kamerleden

Op 30 oktober 2014 heeft staatssecretaris Teeven zijn reactie op de uitspraak gegeven in een brief aan de Tweede Kamer. De reactie van staatssecretaris Teeven laat veel vragen open en lijkt geen recht te doen aan de overwegingen van het Hof met betrekking tot de noodzakelijke toetsing aan belangen van kinderen in migratierechtelijke procedures. In zijn reactie stelt Staatssecretaris Teeven dat het in de Jeunesse zaak om zeer uitzonderlijke omstandigheden ging en dat het beleid niet aangepast hoeft te worden.

Tijdens het Algemeen Overleg vroegen verschillende Kamerleden om opheldering. Zo vroeg Attje Kuiken van de PvdA “Op welke wijze wordt nu omgegaan met de mate van hardheid in een zaak en hoe wordt dit afgewogen tegen andere belangen. Kan de staatssecretaris de handleiding voor zaken rond artikel 8 EVRM openbaar maken?”. Gerard Schouw (D66) en Sharon Gesthuizen (SP) sloten zich bij deze vraag aan. De staatssecretaris gaf aan dat hij geen redenen zag om het beleid te wijzigen maar zei toe om de handleiding voor de IND rond artikel 8 EVRM zaken aan te passen en openbaar te maken.

Peter Oskam van het CDA voerde een pleidooi voor de versterking van kinderrechten bij het horen van kinderen “De aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité vragen om een juridisch kader. Er dient een verankering van de rechten van kinderen te komen. Erken nu de rechten van kinderen en neem dit niet op in een werkinstructie van de IND maar in de Vreemdelingencirculaire”. Hierop zei de staatssecretaris “We gaan de kinderrechten sterker neerzetten. Dat zullen we gaan doen”. De staatssecretaris zal zich er nog op beraden of de kinderrechten in beleid worden vastgelegd in de vreemdelingencirculaire of in een IND werkinstructie.

Defence for Children juicht het toe dat de kinderrechten beter verankerd zullen worden. Dit zou niet in een werkinstructie moeten plaatsvinden maar op zijn minst in de Vreemdelingencirculaire. Daarnaast kijken we met belangstelling uit naar de Handleiding voor de IND in gezinsherenigingszaken. Waar algemene lessen uit de Jeunesse uitspraak te trekken zijn, dienen deze doorgevoerd te worden in Nederlands beleid en regelgeving.

Lees hier de eerdere berichtgeving over de Jeunesse uitspraak.
Lees hier de reactie van de staatssecretaris.
Lees hier de brief die Defence for Children schreef aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie

Bron : http://www.defenceforchildren.nl/p/140/4152/mo233-m80/staatssecretaris-teeven-gaat-kinderrechten-sterker-neerzetten