Op 11 september heeft de Kinderombudsman in Nieuwspoort de tweede Kinderrechtenmonitor gepresenteerd. De grote invloed op kinderen van de financiële crisis en armoede zijn de belangrijkste zorgpunten van de Kinderombudsman. In Nederland leeft een op negen kinderen in armoede en kinderen dreigen de rekening te betalen voor de crisis. De Kinderombudsman roept de overheid op om bij al het voorgenomen beleid een meting uit te voeren naar het effect dat het beleid op kinderen zal hebben. Defence for Children pleit ook voor een kinderrechten effectrapportage bij alle wetsvoorstellen, regelingen en beslissingen. Het belang van het kind moet daarbij leidend zijn.

Vijf zorgpunten uit de Kinderrechtenmonitor
De Kinderrechtenmonitor laat aan de hand van het VN-Kinderrechtenverdrag voor zes domeinen zien hoe het met de rechten van kinderen in Nederland gesteld is. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek van Universiteit Leiden en de data van CBS zijn vijf zorgpunten geformuleerd die van de wetgever, beleidsmaker en uitvoerder met prioriteit actie behoeven:
1.    Zorg dat kinderen geen dupe worden van de decentralisatie van het jeugddomein.
2.    Zorg dat kinderen de zorg en de voorzieningen krijgen waar ze recht op hebben.
3.    Zorg dat kinderen worden gehoord in en geïnformeerd over beslissingen die hen aangaan.
4.    Zorg dat wetten regels en beleidsuitvoering de rechten en belangen van kinderen voorop stellen.
5.    Zorg dat er actuele cijfers beschikbaar zijn.

De Kinderombudsman is vooral bezorgd over de negatieve gevolgen die de financiële crisis op kinderen heeft. Het varieert van het leven onder de armoedegrens (377.000 kinderen in Nederland), waarbij kinderen niet goed te eten krijgen en een verhoogd risico lopen van  huiselijk geweld,  tot de bezuinigingen in gemeenten terwijl alle jeugdzorg naar de gemeenten gedecentraliseerd wordt en passend onderwijs aan alle kinderen aangeboden moet worden. Als een minimum vereiste vindt de Kinderombudsman dat er vast moet komen te staan welke zorg van welke kwaliteit kinderen in ieder geval moeten krijgen. Daarnaast is gemeentelijk armoedebeleid nodig en hulp aan alle kinderen die in armoede leven. Hoe het passend onderwijs gegarandeerd moet worden zonder dat er niet meer maar juist minder geld aan de gemeenten toekomt, is vooralsnog een grote zorgelijke vraag. Daarnaast worden de rechten van minderjarige vreemdelingen nog altijd niet goed nageleefd.

Positieve ontwikkelingen
Volgens de Kinderrechtenmonitor zijn in een jaar tijd ook positieve ontwikkelingen geboekt. Het belangrijkste is dat de overheid bezig is met de aanpak van kindermishandeling. Zo is een bij wet verplichte meldcode voor kindermishandeling ingevoerd en is een taskforce kindermishandeling van start gegaan. Dankzij de meldcode kunnen professionals die met kinderen werken sneller kindermishandeling signaleren.
Het onderzoek wijst ook uit dat er minder zwakke scholen in Nederland zijn.

‘Wat vinden kinderen en jongeren er eigenlijk van?’

De uitkomsten van de Kinderrechtenmonitor zijn aan groepen kinderen en jongeren voorgelegd met de vraag om deze resultaten te beoordelen, de prioriteiten te formuleren en om met voorstellen voor verbeteringen te komen. De mening van kinderen is door Stichting Alexander in een  rapport gebundeld ‘Wat vinden kinderen en jongeren er eigenlijk van?’
Voor het rapport zijn op vier scholen gesprekken gevoerd met in totaal honderd vijftig kinderen en jongeren in de leeftijd tussen tien en negentien jaar oud.

De leerlingen hebben zich uitgesproken over alle domeinen uit het Kinderrechtenmonitor.
–    Gezinssituatie en alternatieve zorg
Een thuisbasis waar liefdevol voor kinderen gezorgd wordt en waar naar de mening van het kind geluisterd wordt, vinden kinderen en jongeren de ideale gezinssituatie.
In alle onveilige situaties willen kinderen dat er snel hulp aangeboden wordt en dat de ouders opvoedingsondersteuning krijgen.
–    Bescherming van kinderen
Oorlogsgeweld, seksueel misbruik, verwaarlozing en kindermishandeling zijn de belangrijkste zaken waartegen kinderen beschermd moeten worden.
–    Vrijheidsbeneming en jeugdstrafrecht
Kinderen vinden dat de criminaliteit onder jongeren vooral via de ouders aangepakt moet worden en dat jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd, goed onderwijs moet krijgen.
–      Toereikende levensstandaard
Kinderen vinden eten en kleding als de belangrijkste zaken om goed te kunnen leven. De definitie van armoede is volgens kinderen de situatie waar door gebrek aan geld ouders voor kinderen niet kunnen zorgen.
–    Onderwijs
Kinderen begrijpen het belang van onderwijs, omdat school op werk in de toekomst voorbereidt. Goede leerkrachten zijn volgens kinderen daarbij bepalend. Kinderen willen dat er informatie over pesten op scholen is en dat ouders betrokken worden.
–     Minderjarige vreemdelingen
Kinderen vinden het belangrijk dat vreemdelingen vooral snel weten waar ze aan toe zijn.

In de conclusie van het rapport valt op dat er weinig kennis over kinderrechten is middelbare en beroepsscholen. Basisschoolkinderen weten iets meer over kinderrechten en de Kinderombudsman, maar dat komt door televisie en het Jeugdjournaal.

De door kinderen geformuleerde verbeterpunten zijn in het Kinderrechtenmonitor gepubliceerd. Het is de bedoeling dat in de volgende edities van het Kinderrechtenmonitor gebruik wordt gemaakt van een instrument dat Stichting Alexander ontwikkelt, waarmee leerkrachten in staat gesteld worden zelfstandig de uitkomsten van de Kinderrechtenmonitor met kinderen te bespreken en de mening van kinderen vast te leggen.

Meer informatie
Klik hier voor de Kinderrechtenmonitor 2013

Bron :