Alle werkenden van Nederland, werknemers en zelfstandigen, werkten in het eerste kwartaal van 2020 in totaal 3,4 miljard uren. Dat is 2,1 procent minder dan in het kwartaal ervoor (gecorrigeerd voor seizoeninvloeden). Een dergelijke terugval is voor het laatst voorgekomen in 1996. In de eerste maand van het tweede kwartaal, april, werd er wederom minder gewerkt. Er waren minder mensen aan het werk en mensen met betaald werk werkten gemiddeld minder. Vergeleken met april 2019 scheelde dat 3 uur per week per werkende. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Vanwege de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus werd vanaf medio maart in een aantal bedrijfstakken minder gewerkt. De afname van kwartaal op kwartaal was het grootst bij de uitzendbureaus (5,8 procent), gevolgd door de bedrijfstak handel, vervoer en horeca (4,1 procent). Binnen deze bedrijfstak is de daling in de horeca het grootst. Een relatief grote afname in gewerkte uren was er ook in de landbouw, bosbouw en visserij (3,3 procent), de zorg (3,1 procent) en de industrie (2,8 procent).

In bedrijfstak handel, vervoer en horeca grootste verschil in aantal uren

In absolute aantallen gingen in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca de meeste uren verloren in vergelijking met het vierde kwartaal van 2019 (34 miljoen uren). Dit is ook de bedrijfstak waarin de meeste uren werden gewerkt (795 miljoen uren). Andere bedrijfstakken waar aanzienlijk minder werd gewerkt dan een kwartaal eerder waren de uitzendbureaus (14,5 miljoen uren), de zorg (14 miljoen uren) en de industrie (9,5 miljoen uren). In de zakelijke dienstverlening (zonder de uitzendbureaus) nam het aantal gewerkte uren toe met 4 miljoen naar een totaal van 463 miljoen uren. Ook in het openbaar bestuur werden meer uren gemaakt.

Gebruik extra informatie uit enquêtegegevens

De cijfers over de gewerkte uren volgens de Arbeidsrekeningen (AR) worden doorgaans gepubliceerd in het kwartaalbericht over de arbeidsmarkt, waarvan de meest recente editie op 15 mei 2020 is verschenen. Een betrouwbare raming van het aantal gewerkte uren in het eerste kwartaal was toen in verband met de coronamaatregelen niet mogelijk.
Als aanvulling op doorgaans gebruikte bronnen voor de Arbeidsrekeningen zijn voor deze kwartaalcijfers gegevens uit de Enquête beroepsbevolking (EBB) gebruikt. De Arbeidsrekeningen publiceren veelal kwartaalcijfers en jaarcijfers. Vanuit de EBB zijn inmiddels ook cijfers over april beschikbaar.

In april per werkende bijna halve dag per week minder gewerkt

In april waren er aanzienlijk minder mensen aan het werk dan in de eerste maanden van 2020. Het aantal werkenden nam af met 160 duizend. Maar ook het gemiddelde aantal gewerkte uren per werkende nam af. Per werkende werd 3 uur per week minder gewerkt ten opzichte van april 2019. In maart nam het gemiddelde per werkende al af met 1 uur, vergeleken met een jaar eerder. In februari bleef het gemiddelde aantal gewerkte uren gelijk.

In de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige dienstverlening liep het aantal gewerkte uren het hardst terug, van 29 naar 17 uur per werkende. Daarna volgt de bedrijfstak handel, vervoer en horeca. Daarbinnen ging het bij de horeca zelfs om een daling van 25 uur naar 11 uur per week. Ook in de industrie en het onderwijs was de daling relatief groot ten opzichte van een jaar geleden.

Bron : CBS