In de verzamelbrief kinderopvang van 15 februari jl. en het Algemeen Overleg
Kinderopvang van 9 maart jl., heb ik uw Kamer bericht over de vertraging bij de
invoering van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Met
deze brief bericht ik u over de stand van zaken.

Zoals aangegeven wordt de vertraging veroorzaakt door problemen bij het
inrichten van het beheer en de ICT omgeving van het register. Deze problemen
zijn dusdanig dat het niet verantwoord is om op de geplande invoeringsdatum van
1 mei 2016 te starten met het personenregister.

Ik heb daarom besloten een pas op de plaats te maken en een onderzoek in de
vorm van een heroriëntatie te laten uitvoeren op de realisatie en invoering van
het personenregister. In de heroriëntatie willen we zicht krijgen op de impact,
risico’s en slaagkans van verschillende alternatieven om het personenregister
alsnog in te voeren.

Het uitstel van het personenregister heeft overigens geen invloed op de huidige
continue screening op basis van bestandsopbouw, deze loopt gewoon door. En
voor de personen die buiten de bestandsopbouw vallen (vrijwilligers, stagiairs en
uitzendkrachten), geldt dat zij – conform het advies van de Commissie Gunning –
elke twee jaar een nieuwe Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) moeten
aanvragen.

Vanuit de heroriëntatie, die dit najaar zal zijn afgerond, zal ik een besluit nemen
over het vervolgtraject. Over zowel dit resultaat, als de bevindingen van de
evaluatie van de aanbevelingen van de Commissie Gunning, zal ik u dit najaar
informeren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher

Bron : Rijksoverheid